Beschrijving
Startdatum 1-5-2015
Einddatum 1-5-2015
Optie tot verlenging nee
Aantal uur per week 36
Aantal posities 1
Aanvraag reden Uitbreiding formatie
Functiecategorie Dienstverlening
Functie Uitvoerend medewerker dienstverlening
Functietitel beleidsadviseur
Schaal 10
DOEL VAN DE FUNCTIE
Het mede ontwikkelen van beleidsplannen / producten en het geven van adviezen met betrekking tot het beleidsterrein, het inrichten van
processen en informatievoorziening en het analyseren en controleren van gegevens ten behoeve van ontwikkeling en uitvoer van
gemeentelijke taken en beleid en het besturen van de organisatie.
RESULTAATGEBIEDEN
1. Beleidsplannen / producten mede ontwikkelen
? Signaleert, inventariseert en analyseert ontwikkelingen, geeft consequenties aan en vertaalt deze naar de gemeentelijke situatie ten behoeve van beleids- en/ of productontwikkeling.
? Schrijft beleidsstukken, ontwikkelt alternatieven, doet voorstellen en geeft adviezen op het beleidsterrein binnen de vastgestelde beleidsrichtlijnen.
? Doet voorstellen tot bijstelling van het beleid en/ of aanpassing en ontwikkeling van producten en instrumenten.
Resultaat: Beleidsplannen / producten op het beleidsterrein voorbereid en mede ontwikkeld zodanig dat ontwikkelingen zijn gesignaleerd, geïnventariseerd en geanalyseerd en voorstellen voor beleids- en/ of productontwikkeling en aanpassing van vastgesteld
beleid zijn gedaan.
2. (Beleids)plannen/ voorstellen operationaliseren en uitvoeren
? Vertaalt vastgesteld beleid naar regelingen, procedures, plannen en/ of voorstellen, waaronder die voor de administratieve organisatie, en stemt deze af.
? Zorgt voor de benodigde middelen en instrumenten om regelingen, procedures, plannen en/ of voorstellen uit te kunnen voeren.
? Geeft uitvoering aan diverse regelingen, procedures, plannen en/ of voorstellen, toetst deze aan wettelijke en financiële voorschriften, bewaakt de voortgang en stemt werkzaamheden af.
? Ontwikkelt inhoudelijk materiaal, draagt zorg voor documentatie en bewaakt deze met betrekking tot juistheid, volledigheid en actualiteit.
? Evalueert regelingen, procedures, plannen en/ of voorstellen.
Resultaat: (Beleids)plannen vertaald naar operationele regelingen, procedures, plannen en/ of voorstellen welke tijdig zijn uitgevoerd en
geëvalueerd.
3. Advies geven, informatie verstrekken en managementinformatie genereren
? Signaleert en analyseert knelpunten, trends en ontwikkelingen op het beleidsterrein en adviseert over consequenties en oplossingsrichtingen.
? Voert onderzoeken/ audits uit, verzamelt en genereert relevante in- en externe gegevens, analyseert de gegevens en resultaten en geeft adviezen over de toepassing van uitkomsten en bevindingen.
? Voert overleg met afdelingen en adviseert leidinggevenden gevraagd en ongevraagd over aangelegenheden binnen het beleidsterrein.
? Genereert (management)informatie, informatie voor de meerjarenraming, begroting en budgetbewaking.
? Is aanspreekpunt, verstrekt advies, kennis en antwoorden op reguliere vragen van medewerkers.
Resultaat: Advies gegeven, informatie verstrekt en managementinformatie gegenereerd zodanig dat leidinggevenden en medewerkers
juist zijn geïnformeerd en geadviseerd en vragen adequaat zijn afgehandeld.
4. Werkzaamheden rondom de advisering uitvoeren
? Bewaakt de advisering voor het betreffende beleidsterrein.
? Voert werkzaamheden uit met betrekking tot de advisering.
? Analyseert rapportages en voert indien gewenst en/ of noodzakelijk nader onderzoek uit.
? Signaleert opmerkelijke zaken en adviseert rondom bevindingen.
Resultaat: Werkzaamheden ten behoeve van de advisering verricht, teneinde bij te dragen aan het verkrijgen van inzicht in de
bedrijfseconomische positie van de organisatie, hetgeen ondersteunend is bij de besluitvorming daarover.
5. Relaties onderhouden
? Bouwt in- en externe netwerken op.
? Fungeert als contactpersoon voor relevante in- en externe relaties.
Resultaat: Relaties opgebouwd zodanig dat belanghebbenden tijdig over de juiste informatie beschikken.
SPEELRUIMTE
De functionaris neemt beslissingen over de inhoud van (beleids)adviezen, voorstellen en rapporten, bij het ontwikkelen van alternatieven en inhoudelijk materiaal op het beleidsterrein, bij het ontwikkelen en onderhouden van de administratieve organisatie,
bij het uitvoeren van audits en planning en controlwerkzaamheden en over het opbouwen en onderhouden van netwerken.
? Wet- en regelgeving, provinciale en gemeentelijke voorschriften en richtlijnen vormen het kader.
? De functionaris legt verantwoording af aan de hiërarchisch leidinggevende over de inhoud en kwaliteit van de (beleids)adviezen, voorstellen en rapporten, over de geleverde bijdrage aan de inrichting en kwaliteit van de administratieve organisatie, over de kwaliteit van de uitgevoerde audits en planning en controlwerkzaamheden en over de wijze waarop netwerken zijn opgebouwd en onderhouden.
? Speelveld binnen en deels buiten directie, met name op ambtelijk niveau.
KENNIS EN VAARDIGHEDEN
? Algemeen theoretische en praktische kennis van het beleidsterrein, gemeentelijk beleid en uitvoeringsregels.
? Kennis van relevante wet- en regelgeving.
? Inzicht in de samenhangen tussen het beleidsterrein / aangrenzende beleidsterreinen en de daarop van invloed zijnde werkprocessen.
? Inzicht in de structuur, bedrijfsprocessen en beleidsterreinen van de gemeente.
? Inzicht in organisatorische en functionele verhoudingen binnen de organisatie en (voor zover relevant) daarbuiten en van andere overheidsinstanties.
? Inzicht in de administratieve organisatie en informatievoorziening.
? Vaardigheid in het analyseren van ontwikkelingen.
? Vaardigheid in het opstellen van (beleids)adviezen en voorstellen.
? Vaardigheid in het adviseren.
CONTACTEN
? Met management en (beleids)medewerkers over (de uitvoering van) (beleids)adviezen op het beleidsterrein om informatie uit te wisselen en af te stemmen.
? Met betrokken (externe) partijen/belanghebbenden (op met name stedelijk niveau) over gemeentelijk beleid op het beleidsterrein om informatie uit te wisselen of te verstrekken.
? Met leidinggevenden en medewerkers over de resultaten van analyses en onderzoek om te adviseren.
? Met leidinggevenden en medewerkers bij de uitvoering van de werkzaamheden om informatie te verkrijgen en/ of te verstrekken.
RESULTAAT- EN COMPETENTIEPROFIEL
RESULTATEN (OUTCOME) RESULTAATINDICATOREN
(aan te tonen door medewerker, leidinggevende e/ o derde)
Beleidsplannen / producten mede ontwikkeld.
? Correcte informatie en relevante gegevens tijdig verzameld.
? Ontwikkelingen en knelpunten tijdig gesignaleerd en
correct vertaald naar bruikbare mogelijkheden.
? Volledige en relevante voorstellen voor beleidsaanpassing.
? Belanghebbenden beschikken tijdig over correcte en bruikbare informatie.
(Beleids)plannen en voorstellen geoperationaliseerd en uitgevoerd.
? (Beleids)plannen correct vertaald naar operationele plannen.
? Plannen tijdig en conform richtlijnen uitgevoerd.
? Volledigheid van ontwikkeld materiaal.
? Uitvoering geëvalueerd.
Advies gegeven, informatie verstrekt en managementinformatie gegenereerd.
? Vragen tijdig en volledig beantwoord.
? Correcte informatie en relevante gegevens tijdig verzameld.
? Resultaten van audits tijdig beschreven en vertaald.
? Belanghebbenden beschikken tijdig over correcte en bruikbare informatie en advies.
? Tijdig en correct aangeleverde kerngegevens.
? Ontwikkelingen en knelpunten tijdig gesignaleerd en correct vertaald naar bruikbare mogelijkheden.
Werkzaamheden rondom advisering uitgevoerd.
? Advisering bewaakt.
? Risico’s en knelpunten tijdig gesignaleerd en vertaald.
? Belanghebbenden beschikken tijdig over correcte en bruikbare informatie en advies.
Relaties onderhouden.
? Netwerken opgebouwd en onderhouden.
? In- en externe relaties te woord gestaan.
KERNCOMPETENTIES
Competenties Niveau Indicatoren
1. Samenwerken Niveau 2:
Werkt op eigen initiatief met anderen aan een gezamenlijk resultaat.
· Komt met ideeën over de manier waarop een resultaat gezamenlijk verbeterd kan worden.
· Wisselt op eigen initiatief informatie, kennis of ideeën uit met medewerkers/ collega’s.
· Benoemt problemen binnen het team/ de groep en zet zich in om deze samen op te lossen.
· Onderneemt acties die de samenwerking bevorderen.
· Helpt anderen bij het behalen van hun doelstellingen.
2. Resultaatgerichtheid Niveau 2:
Stelt zelfstandig en op eigen initiatief ambitieuze doelen en realiseert deze.
· Stelt ambitieuze doelen.
· Komt tot het resultaat, beter of sneller dan verwacht.
· Realiseert doelen.
· Grijpt in wanneer resultaten dreigen tegen te vallen.
· Doet voorstellen voor methoden die efficiënter of effectiever zijn.
3. Klantgerichtheid Niveau 2:
Denkt actief mee met de klant en komt op eigen initiatief met passende voorstellen.
· Stelt vragen over zowel korte- als lange termijnbehoeften van de klant.
· Doet de klant voorstellen die aansluiten bij zijn huidige en toekomstige behoeften.
· Stelt onverstandige keuzes van de klant ter discussie en doet verbetervoorstellen.
· Geeft op heldere wijze aan wat eigen organisatie (onderdeel) wel en niet voor de klant kan betekenen.
· Onderzoekt na levering van producten/ diensten de tevredenheid en verdere behoeften van de klant.
GENERIEKE COMPETENTIES
Competenties Niveau Indicatoren
4. Probleemanalyse Niveau 2:
Verzamelt en selecteert zelfstandig en op eigen initiatief relevante informatie uit verschillende bronnen.
Legt verbanden en ordent informatie.
· Brengt ter zake doende informatie van verschillende bronnen bijeen.
· Benoemt trends in de tijd bij het doornemen van informatie.
· Legt verbanden tussen verschillende aspecten van informatie.
· Benoemt in korte tijd wat in zijn/haar ogen de kern is van een grote hoeveelheid informatie.
· Deelt informatie in naar verschillende onderwerpen om inzicht te krijgen.
5. Mondelinge Communicatie
Niveau 3:
Stimuleert anderen in de directe werkomgeving om zich mondeling duidelijk uit te drukken, mede door het vertonen van voorbeeldgedrag.
· Geeft feedback en suggesties voor verbetering aan medewerkers/ collega’s met betrekking tot hun mondelinge communicatie.
· Legt complexe zaken bondig uit.
· Legt complexe zaken in simpele bewoordingen uit.
· Verlevendigt wat hij/zij zegt met gebaren, mimiek en intonatie.
· Vat de eigen boodschap regelmatig samen.
|