Beschrijving
Aanvraagnummer
|
467
|
Aanvang
|
z.s.m.
|
Duur
|
2 tot 3 maanden
|
Opleidingsniveau
|
HBO
|
Optie tot verlenging
|
Nee
|
Regio
|
Utrecht
|
Uren per week
|
36
|
Verloopt op
|
24-09-2015 09:00
|
Aanleiding
Vanaf 1 januari 2015 is een groot aantal taken op het gebied van zorg vanuit het Rijk (AWBZ) overgegaan naar de gemeenten (WMO 2015). Het jaar 2014 is door de gemeente gebruikt om deze taken op een goede manier over te nemen (transitie). Continuïteit van de zorg stond daarbij centraal. De komende jaren is echter de wens om in te zetten op vernieuwing van zorg en ondersteuning (transformatie). Eén van de betreffende taken is de dagbesteding voor inwoners van 67 jaar en ouder. De vraag is nu hoe de gemeente de vernieuwing gaat vormgeven.
1.2.Probleemstelling (wat?)
Wat is de huidige situatie in de dagbesteding voor ouderen van 67 jaar en ouder in de gemeente Amersfoort en wat zijn de wensen van bewoners, cliënten, mantelzorgers en (potentiële) aanbieders voor een vernieuwde invulling van die dagbesteding? Het gaat daarbij zowel om de inhoud van de dagbesteding (welke activiteiten), om de organisatie van de dagbesteding (wie doet wat), als om de locaties van de dagbesteding. We gaan vooral op zoek naar een verbinding tussen zorg en welzijnswerk en een informeel aanbod.
2. Onderzoeksopzet
2.1. Plaats (waar?) en tijd (wanneer?)
Het onderzoek (huidige situatie en wensen en kansen voor toekomst) vindt plaats in de gemeente Amersfoort, in de periode september-november 2015.
2.2. Steekproef (wie?)
De inventarisatie zal zoveel mogelijk plaatsvinden via gesprekken met betrokkenen:
•bewoners;
•(potentiële) cliënten;
•mantelzorgers;
•(potentiële) aanbieders.
Denk aan 10 gesprekken per wijk (in 2 wijken: Schothorst en Schuilenburg) in de gemeente Amersfoort, met een gelijke verdeling over de groepen respondenten.
2.3. Onderzoeksontwerp (hoe?)
Zowel kwalitatief als kwantitatief is mogelijk. Een kwantitatief onderzoek zou gericht zijn op numerieke gegevens. Om de gegevens te verzamelen, worden dan vaak enquêtes afgenomen. Hier ligt kwalitatief onderzoek meer voor de hand, omdat het hier gaat om de ‘waarom’ en ‘hoe vraag’. Er worden (diepte) interviews afgenomen. Het afnemen van interviews verreist een zorgvuldige voorbereiding. Zo moet er een interviewformat worden opgesteld en moet er tijd worden genomen om op een professionele manier respondenten te ondervragen. Vervolgens moeten de interviews uitgewerkt worden en moet de informatie gebruikt worden voor het doen van uitspraken.
De onderzoeksopdracht bestaat uit een inventarisatie van de huidige situatie en wensen en kansen voor de toekomst:
•Proces toegang ?inventarisatie huidige werkwijze qua toegang/toeleiding: wie signaleert en leidt toe, rol van de cliënt in te maken keuzes;
•(Potentiële) cliënten en mantelzorgers ?inventariseren ervaringen en wensen van cliënten en mantelzorgers. Hierbij de vernieuwingsthema’s (zie hieronder) betrekken, en ook de vraag of dagbesteding het (enige) antwoord is op de vraag van de cliënt;
?inventarisatie vervoerswijze(n);
•Aanbieders ?inventarisatie huidige informele en formele aanbod (inclusief welzijn), inclusief betrokkenheid/inbreng cliënt, inzet vrijwilligers (en wat zijn hun taken);
?inventarisatie ideeën en wensen huidige en mogelijke nieuwe aanbieders
?verkenning van/in de wijken: Waar liggen kansen en bedreigingen qua ‘informele’ betrokkenheid en/of nieuwe samenwerkingsvormen? Denk aan bestaande bewonersorganisaties, (digitale) platforms, verenigingen, kerken, instellingen, bedrijfsleven (inclusief detailhandel en horeca), gezondheidscentra, scholen, etc., kortom, alle verbanden en netwerken die er zijn, maar ook alle (fysieke) plekken waar mensen (kunnen) samenkomen.
?Hierbij worden ook de eerste resultaten meegenomen van de in Soesterkwartier gestarte pilot waarbij een formele aanbieder (Birkhoven) laagdrempelige opvang/inloop voor ouderen (zonder indicatie) aanbiedt.
2.4. Vorm
•Een overzicht van de huidige situatie van de dagbesteding voor ouderen van 67 jaar en ouder in de gemeente Amersfoort en hoe die situatie wordt ervaren door bewoners, cliënten, mantelzorgers en aanbieders.
•En een overzicht van de wensen en mogelijkheden van bewoners, cliënten, mantelzorgers en (potentiële) aanbieders voor een vernieuwde invulling van die dagbesteding.
•Beschikbaar stellen van de uitgewerkte interviews
3. Achtergrondinformatie
3.1. Dagbesteding voor ouderen
In de gemeente Amersfoort maken 67-plussers gebruik van verschillende vormen van dagbesteding. Waar de dagbesteding op basis van indicatiestelling tot nu toe veelal wordt ingekocht bij zorginstellingen, vormt de dagbesteding zonder indicatie primair het domein van de welzijnsorganisaties (Welzin). De markt is de laatste jaren sterk in beweging, waarbij diensten van zorg- en welzijnsorganisaties meer naar elkaar toe groeien en steeds vaker cliënten en bewoners(organisaties) zelf een rol hebben bij het invullen en aanbieden van de dagbesteding. Zo lopen er in Amersfoort enkele initiatieven waar welzijn en zorg samenkomen, zoals Wijk en Participatie (overigens niet speciaal voor ouderen). Ook zijn kerken, verenigingen en overige vrijwilligers actief in de ondersteuning van ouderen. In januari van dit jaar is een pilot gestart in Soesterkwartier waarbij zorgaanbieder Birkhoven laagdrempelige dagopvang (toegankelijk zonder indicatie) aanbiedt voor ouderen in de wijk.
3.2. Doel dagbesteding ouderen
Het doel van de dagbesteding voor ouderen is op dit moment als volgt omschreven: Het dagprogramma draagt bij aan verlichting van sociaal isolement van de betreffende cliënt, of aan verlichting van de zorg thuis door mantelzorgers. Dagactiviteiten zijn gericht op het stabiliseren van functioneren en voorkomen van verergering van klachten. Het dagprogramma kan ertoe bijdragen dat de cliënt op verantwoorde wijze in de vertrouwde thuissituatie kan blijven wonen. Het kan ook bijdragen tot vermindering van de belasting van mantelzorgers.
Het aanbod van dagactiviteit is gericht op:
•ondersteuning bij de dagbesteding en bij sociale activiteiten;
•stabiliseren van functioneren en voorkomen van verergering van beperkingen;
•leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen;
•handhaven en bevorderen van zo zelfstandig mogelijk functioneren;
•voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden.
3.3. Doelstelling en uitgangspunten innovatieve dagbesteding
Opgave is om de wensen en mogelijkheden voor een vernieuwende invulling van dagbesteding voor 67+ te verkennen en te bediscussiëren met cliënten, mantelzorgers, (potentiële) aanbieders, bewoners, bestuurders en raadsleden, ter voorbereiding op besluitvorming over dit thema. Het gaat daarbij zowel om de inhoud van de dagbesteding (welke activiteiten), om de organisatie van de dagbesteding (wie doet wat), als om de locaties van de dagbesteding. Doel is om de dagbesteding beter dan nu aan te laten sluiten op de wensen van de cliënt en mantelzorger en daarnaast kostenefficiënter te werken.
Met betrekking tot de vernieuwing van de dagbesteding voor ouderen zijn specifieke uitgangspunten:
•de wens van de cliënt en eventuele mantelzorgers staat centraal (vraaggericht werken);
•dagbesteding zo veel mogelijk aanbieden als onderdeel van de basisinfrastructuur;
•geen medicalisering van de vraag: het gaat om participatie van de cliënt;
•aanbod waar mogelijk en wenselijk dicht bij de cliënten organiseren (wijkniveau, geïntegreerd in de samenleving);
•aanbod waar mogelijk door of samen met wijkbewoners organiseren;
•verschillende cliëntvragen /doelgroepen waar mogelijk en wenselijk combineren (aanbod voor gemengde doelgroepen) en locaties zo veel mogelijk voor verschillende soorten activiteiten gebruiken (maximale ruimte voor ontmoeting én efficiënt gebruik).
Zoals beschreven, is dagbesteding geen doel op zich, maar is het één van de middelen om te bevorderen dat de cliënt in de thuissituatie kan blijven wonen, eenzaamheid wordt tegengegaan en de zorg door mantelzorgers wordt verlicht. De inzet van middelen is afhankelijk van de behoefte van de cliënt en de mantelzorger(s). Hoewel het project zich specifiek richt op vernieuwing in de dagopvang, zal steeds in het oog worden gehouden dat dagopvang één van de mogelijke middelen is, en daarbij niet voor iedere cliënt dé oplossing. Verwachting is dat gedurende het project ook wensen en ideeën worden geïnventariseerd en besproken die geen betrekking hebben op de dagopvang maar op andere middelen. Deze informatie wordt beschouwd als waardevolle ‘bijvangst’, maar vormt niet de kern van het onderzoek. Wel zal op dat moment bekeken worden of vervolgacties op het betreffende punt noodzakelijk zijn.
3.4. Gebiedsafbakening
Het voornemen is om de gewenste vernieuwing kleinschalig in te zetten en deze daarna verder uit te rollen over de stad. Gezien de wens om zo veel mogelijk wijkgericht te werken is gekeken naar een geschikte wijk om de vernieuwing te onderzoeken. Gekozen is voor de wijken Schothorst en Schuilenburg, omdat dit sterk vergrijzende wijken zijn.
3.5. Thema’s vernieuwing
In de inspiratiewijzer ‘toekomstbestendige dagactiviteiten in groepsverband’ (Vilans en Movisie, 2013) worden de volgende thema’s voor vernieuwing genoemd:
•Toegang: hoe wordt deze straks georganiseerd?
•Zelfregie: hoe pas je de principes van zelfregie toe op de organisatie en invulling van dagactiviteiten?
•Participatie: hoe is meedoen te stimuleren via dagactiviteiten?
•Schaalniveau: wel of niet wijkgericht?
•Groepen samenstellen: wat is mogelijk in het combineren van doelgroepen en waar liggen grenzen?
•Rol van mantelzorgers, vrijwilligers en professionals: hoe zorgen voor een goed samenspel tussen mantelzorg, vrijwilligers en professionals? Welke competenties zijn nodig? Wat is de rol van welzijn en zorg? Welke samenwerking tussen welzijn en zorg is mogelijk?
•Kosten en financiering: hoe financieren we (het vervoer naar) dagactiviteiten en hoe houden we het betaalbaar?
Deze thema’s en vragen zijn ook voor de Amersfoortse situatie relevant. Bij de uitwerking van deze thema’s willen we zowel gebruik maken van cliëntervaringen als van praktijkvoorbeelden elders in het land.
3.6. Voorwaarden waar de partijen aan moeten voldoen
•Realisatie binnen de voorgestelde periode;
•Invulling van het onderzoek en te spreken partijen wordt vooraf voorgelegd;
•Zelfstandige uitvoering (met begeleiding vanuit de afd. Samenleven door beleidsadviseur en beperkte inzet secretariaat);
•Regelmatige digitale rapportage over de voortgang;
•Zorgvuldige verslaglegging, archivering en digitalisering van de stappen in het onderzoek, zodat informatie ook in een later stadium beschikbaar blijft voor de opdrachtgever.
Knock-out criteria
•Afgeronde opleiding op minimaal MBO-niveau
•Beschikbaar in de periode september-november
Gunningscriteria (weging)
1.Aantoonbare ervaring met minimaal 2 onderzoeken waarin interviews zijn afgenomen (50 punten)
2.Uurtarief maximaal € 80,- (50 punten)
Geef in het cv duidelijk aan in hoeverre u / de door u aangeboden kandidaat aan de genoemde criteria voldoet. De kandidaten worden vervolgens aan de hand van de scores die op de gunningscriteria zijn behaald gerangschikt. De tien kandidaten met de hoogste score op de gunningscriteria gaan door naar de tweede beoordelingsfase. Bij een gelijke score is het uurtarief doorslaggevend om door te gaan naar de tweede beoordelingsfase.
In de tweede beoordelingsfase worden de cv’s van de betreffende tien kandidaten met elkaar vergeleken op basis van de gunningscriteria. De kandidaten die in deze vergelijking als beste worden beoordeeld, worden uitgenodigd voor een selectiegesprek, waarin wordt getoetst of de kandidaat voldoet aan de hierna te noemen competenties:
•Interviewtechnieken
•Ervaring met opstellen interview
•Flexibel
•Vriendelijk en open in contact met anderen
•Pro-actief
•Pre: kennis van de sociale kaart van de betreffende Gemeente
•Opstellen verwachte doorlooptijd (hoe sneller, hoe beter)
|