De afdeling Omgeving en Milieu
De afdeling Omgeving en Milieu (O&M) is ontworpen als projectorganisatie. Onderdeel daarvan is het programma Bodem & Ondergrond. De uitgangspunten van de afdeling zijn onder andere het realiseren van kwaliteitsverbetering op de provinciale milieutaken, waaronder ook beleidsvorming, duurzame ontwikkeling, energie en energiebesparing, het versterken van integraliteit (tussen afdelingen en met de Omgevingsdienst), het versterken van werken in de keten en het vergroten van de doelmatigheid in de wijze van organiseren (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk omschreven en belegd). Naast deze uitgangspunten geeft de afdeling ook invulling aan de nieuwe rol t.a.v. de Omgevingsdienst, te weten die van opdrachtgever.
Het meerjarenprogramma bodem en ondergrond
De uitgangspunten voor het programma Bodem & Ondergrond staan beschreven in het provinciale meerjarenprogramma bodem en ondergrond 2015-2019 (MJP). Het MJP beschrijft de achtergronden, (sub)doelen en provinciale rol en ambities van het bodem- en ondergrondbeleid. Het MJP biedt een kader voor de uitvoering van onze wettelijke taken, bestuurlijke afspraken en verplichtingen en beleidsdoelen en relateert deze aan de beschikbare middelen. De concrete acties/projecten die in dit MJP worden benoemd moeten de doelstelling(en) van het bodembeleid haalbaar maken.
Bodemsanering
De provincie Groningen is bevoegd gezag wet bodembescherming (o.a. beschikkingverlener) en budgethouder voor de beschikbare bodemsaneringsgelden. Bij de invulling van onze wettelijke taken streven wij naar een optimaal gebruik van de flexibiliteit die de Wbb biedt en naar korte doorlooptijden.
De bodem is in onze provincie overwegend schoon. Toch is er soms sprake van bodemverontreiniging. De bodem kan verontreinigd zijn in de historische kernen, bij wierden, wegbermen, boezemkades en op ca. 10.000 locaties waar in het verleden mogelijk bodemvervuilende activiteiten hebben plaatsgevonden. Slechts in een enkele situatie geeft de aanwezige bodemverontreiniging aanleiding tot onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico’s. Uitgangspunt is dat de bodem geschikt dient te zijn voor het gebruik ervan en er geen sprake is van onaanvaardbare risico’s. Bij ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. locatieontwikkeling, bouwactiviteiten) moet de bodemkwaliteit in overeenstemming zijn mét, of worden gebracht óp, het niveau ‘geschikt voor het gebruik’. Is er sprake van onaanvaardbare risico’s dan dienen deze zo spoedig mogelijk worden weggenomen. Dit betekent dat ook in deze programmaperiode 2015-2019 onderzoeken en saneringen worden uitgevoerd, waarbij een wettelijke verantwoordelijkheid (o.a. vangnetfunctie) blijft gelden voor de provincie.