Functieprofiel
Functiebeschrijving “assistent programmabeheerser”
Resultaatgebieden
1. Programmabeheersing
• is sparringpartner van de programmabeheerser;
• levert een bijdrage aan de financiële en operationele verantwoording van het programma;
• implementeert plannings-, analyse- en sturingssystemen gericht op het beheersen van de processen binnen het programma;
• levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling, kwaliteit en implementatie van procedures en processen en doet voorstellen voor verbetering;
• is eerste aanspreekpunt voor de projectbeheerser(s);
• beheert de programma-administraties en levert een bijdrage bij het opstellen van de interne opdrachten;
• levert een bijdrage aan de programma-analyses;
• is verantwoordelijk voor de archivering volgens de regels van het waterschap voor het programma;
• is verantwoordelijk voor de interne rapportages en verrekeningen van het programma;
• is verantwoordelijk voor juiste en tijdige informatie in de administratie en informatievoorziening binnen het programma (inclusief subsidie-informatie en interne verrekeningen);
• legt de verbinding tussen de projectrisico’s en levert een analyse van deze risico’s naar programmaniveau;
• legt de verbinding tussen de programmarisico’s naar het instrumentarium en beleid van het waterschap;
• doet verbetervoorstellen ten behoeve van de informatievoorziening;
• is verantwoordelijk voor de beschrijving van de programmaprocessen en het actueel houden daarvan;
• ondersteunt de programmabeheerser bij de producten van de P&C-cyclus;
• signaleert problemen en knelpunten voor het programma, adviseert over oplossingen en lost waar mogelijk op;
• levert een bijdrage aan het ontwikkelen en implementeren van eenduidige instrumenten en werkwijzen organisatiebreed.
Speelruimte
• richtlijnen, procedures en relevante wet- en regelgeving vormen het kader;
• de assistent programmabeheerser legt verantwoording af aan de programmabeheerser over de kwaliteit van de inrichting van de administratie en informatievoorziening, over de naleving van de
richtlijnen, over de kwaliteit van de ondersteuning en advisering;
• de assistent programmabeheerser neemt beslissingen bij het opzetten en beheren van het risico-instrumentarium van het programma.
Kennis en vaardigheden
• kennis van programmatisch- en projectmatig werken;
• kennis van relevante ontwikkelingen op het (bedrijfskundig)vakgebied en nieuwe wet- en regelgeving;
• vaardigheid in de beoordeling van tijd- en kostenramingen op programmaniveau;
• kennis van bedrijfskunde en financieel-economisch en administratief beheer;
• kennis van de planning & control-cyclus;
• kennis van de bedrijfsprocessen binnen programma’s en stafafdelingen;
• inzicht in de administratieve organisatie en de reglementen omtrent interne controle.
• vaardigheid in analyseren van gegevens.