Opdrachtinformatie
Startdatum |
11-4-2016 |
Einddatum |
1-9-2016 |
Optie tot verlenging |
ja |
|
36 |
Aantal posities |
1 |
Aanvraag reden |
Ziekte |
Aanvraagreden opmerkingen |
Versterken van de uitstroom |
Gedragsniveaus : Het beheersen van lagere competentie¬niveaus is voorwaardelijk voor het be¬heersen van een hoger competentie¬niveau. Een indeling in een bepaald gedragsniveau impliceert dat de voor¬gaande niveaus ook geacht worden te worden beheerst (zie hiervoor het Competentie¬woordenboek).
Niveau 1 : Basaal effectief gedrag vertonen of effectief gedrag vertonen als de omgeving daartoe direct aanleiding geeft.
Niveau 2 : Zelfstandig en op eigen initiatief effectief gedrag vertonen.
Niveau 3 : Anderen in de directe omgeving tot effectief gedrag stimuleren, mede door het vertonen van voor¬beeld¬gedrag.
Niveau 4 : Anderen binnen de gehele organisatie tot effectief gedrag inspireren door het scheppen van randvoorwaarden en het vertonen van voorbeeldgedrag.
NB : Leidinggevende en medewerker maken periodiek SMART-afspraken over de wijze waarop aan de competentie wordt voldaan (gedragsvoorbeelden). Deze afspraken worden vastgelegd in het formulier Personeelsgesprekken.
Aanspreekbaarheid : Spreekt anderen aan en geeft op een goede wijze feedback , staat zelf ook open voor feedback en is bereid te luisteren en te leren.
Betrokkenheid : Voelt een binding met de organisatie¬(doelstellingen), de collega’s en de werk¬zaam¬heden van de afdeling/cluster c.q. functie en toont zich hier ook verant¬woor¬delijk voor en positief geïn¬teresseerd in.
Resultaatgericht : Maakt afspraken over te behalen resultaten en legt in het werk actief prioriteit bij het realiseren ervan.
Servicegericht : Achterhaalt de wensen en behoeften (de vraag) van de in/externe klant, stemt de dienst¬ver¬lening hierop af en geeft helder aan welk re-sultaat wel/niet binnen wel¬ke termijn geleverd kan wor¬den.
Analytisch vermogen : Dringt snel door tot de kern, onderscheidt hoofd- van bijzaken, legt verban¬den en schat risico’s in, gebaseerd op relevante informatie.
Overtuigingskracht : Verkrijgt draagvlak voor bepaalde plannen, ideeën of producten.
Zelfstandigheid : Verricht zonder hulp van anderen taken en wordt op eigen kracht probleem¬si¬tua¬ties de baas.
|